Skip to main content

Titel LSP on FHIR

LSP on FHIR

Artikel van Tom de Jong

Het LSP heeft, mede naar aanleiding van de ontwikkeling van MedMij, een FHIR koppelvlak gekregen. Tom de Jong beschrijft de achtergrond van de ontwikkelingen en de roadmap die op basis van de ervaringen en in samenspraak met de gebruikers van het LSP is ontwikkeld.

Het LSP: nu geïmplementeerd met HL7v3 interacties

Bij realisatie van het LSP is destijds gekozen voor HL7 versie 3 als standaard voor vrijwel alle interacties tussen systemen van zorgaanbieders en het LSP. Dit betreft primair de interacties voor het opvragen of verzenden van zorggegevens, maar ook vrijwel alle infrastructurele interacties. Inmiddels heeft dit ertoe geleid dat via het LSP tienduizenden V3 berichten per dag worden uitgewisseld, een aantal dat nog steeds groeit, zowel als in absolute volumes als in de variatie aan uitgewisselde zorggegevens. Daarbij maakt de huidige versie van het LSP (AORTA 8 infrastructuur) gebruik van CDA-compatible informatiebouwstenen om zorgtoepassingen efficiënt te realiseren.

HL7 LSP Aorta 8

  • GBZ Goed Beheerd Zorgsysteem (op LSP aangesloten)
  • XSG XML Security Gateway (authenticatie o.b.v. UZI)
  • SDS Selectie- en Determinatieservice (bouwstenen)
  • VWI Verwijsindex naar zorggegevens in de GBZ’en

Op basis van deze opzet kunnen binnen het zorgaanbiederdomein flexibel nieuwe zorgtoepassingen worden uitgerold op basis van herbruikbare bouwstenen.

FHIR koppelvlak ten behoeve van MedMij

Toen duidelijk was dat MedMij gebaseerd zou worden op het gebruik van HL7 FHIR om zorggegevens te ontsluiten richting patiënten, was ook duidelijk dat het LSP dan een FHIR koppelvlak zou krijgen. Daarbij is in eerste instantie gebruik gemaakt van een DVZA (Dienstverlener Zorgaanbieders), als gateway tussen het zorgaanbiederdomein en het patiëntdomein van de PGO’s (Persoonlijke GezondheidsOmgevingen). Dit heeft als grote voordeel dat aan de kant van aangesloten bronsystemen (GBZ’en) vrijwel geen aanpassing nodig is en toch gegevens in het MedMij FHIR-formaat worden ontsloten.

HL7 LSP MedMij

Essentieel in de werking van de DVZA is het toevoegen van vertalingen tussen V3 en FHIR-formaat, waardoor de bestaande V3 interface van zorgaanbiedersystemen kan worden omgezet naar de MedMij FHIR interface richting patiëntsystemen.

Inmiddels zijn o.b.v. deze opzet de eerste MedMij implementaties van Nederland in productie gegaan, voor ontsluiting van medicatiegegevens naar patiënten.

LSP on FHIR: een universeel FHIR-koppelvlak op het LSP

Inmiddels heeft HL7 FHIR zo breed aandacht gekregen dat er nieuwe leveranciers zijn die voor het aansluiten op het LSP liefst direct gebruik zouden willen maken van een FHIR-koppelvlak. De install base van de huidige HL7v3-interfaces tussen zorgaanbieders is groot. Deze zal nog lang beschikbaar blijven (en zelfs doorontwikkeld worden), maar VZVZ heeft besloten om daarnaast directe FHIR-interfaces aan te gaan bieden op het LSP. Hiertoe is een uitgebreide impactanalyse afgerond.

Er is voor alle interacties die nu o.b.v. HL7v3 met of via het LSP lopen gekeken op welke manier deze gerealiseerd kunnen worden o.b.v. FHIR. Conclusie is dat voor alle functionaliteit die nu op basis van HL7v3 geboden wordt, een oplossing binnen FHIR gevonden kan worden. Voor authenticatie kunnen SAML2 tokens in gebruik blijven, maar daarnaast zullen ook JSON Web Tokens (JWT) ondersteund worden, zodat de aangesloten leveranciers kunnen bepalen welke technologie hun voorkeur heeft.

Voor het ‘pushen’ van berichten via het LSP ligt het voor de hand om gebruik te maken van FHIR Messaging, waarmee het adresseren naar zorgaanbiedersystemen ‘achter het LSP’ mogelijk blijft. Voor alle zorggegevens die nu via het LSP gedeeld worden heeft Nictiz FHIR profielen beschikbaar. Voor infrastructurele interacties zal VZVZ zelf profielen maken. Overigens wordt al gebruik gemaakt van HL7 FHIR bij koppeling met het ZorgAdresBoek (ZAB) en Mitz (online toestemmings¬voorziening).

Universele vertaalservice t.b.v. MedMij én tussen zorgaanbieders

Er is een duidelijk verband tussen de functionaliteit van de MedMij DVZA en de beoogde FHIR interface op het LSP zelf. De DVZA bevraagt bronsystemen (via het LSP) o.b.v. HL7v3 queries en past een vertaling toe om uit de opgeleverde V3 content de benodigde FHIR resources op te leveren, conform MedMij. Deze vertaling wordt als XSLT stylesheet geleverd door Nictiz.

HL7 LSP FHIR Vertaalservice

Het is duidelijk dat ook op het LSP zelf vertalingen nodig zijn, aangezien er een hybride situatie zal ontstaan, waarbij sommige systemen het LSP o.b.v. FHIR gaan bevragen, maar de brongegevens vaak nog worden opgeleverd o.b.v. HL7v3. Uitgangspunt is dat deze vertaling uiteindelijk wordt opgezet als aparte service, vanwege efficiency en consistentie. Eventueel kan deze vertaalservice later ook los van het LSP worden aangeboden.

Prioritering bij realisatie LSP on FHIR

Op basis van de impactanalyse zijn drie speerpunten bepaald voor de ontwikkeling van het FHIR-koppelvlak op het LSP, ingegeven door een combinatie van acute marktbehoefte en snelle realiseerbaarheid:

  • Opvragen van nu reeds via het LSP uitgewisselde zorggegevens o.b.v. HL7 FHIR queries. Alle apotheken en huisartsen zijn al ontsloten o.b.v. HL7v3. Er zijn echter opvragende systemen die o.b.v. FHIR willen aansluiten. Hierbij wordt dus de vertaling tussen V3 en FHIR ingezet.
  • Uitwisseling van de Basis Gegevensset Zorg (BGZ), zuiver o.b.v. een HL7 FHIR interface. De ondersteuning voor deze data set is onderwerp van een subsidieregeling in 2e lijn en GGZ (later mogelijk ook in de 1e lijn), maar er is nog geen duidelijke voorkeur voor een interface. Alle betrokken leveranciers kunnen al overweg met FHIR, dus het biedt perspectieven om uitwisseling via het LSP te faciliteren (via ‘push’ of ‘pull’), voor zowel bron als bestemming.
  • Bieden van een HL7 FHIR alternatief voor de infrastructurele interacties met het LSP. Dit betreft bijv. het bijwerken van de verwijsindex of het abonneren op de signaalfunctie. Zo is het LSP voorbereid op de hybride situatie waarbij aangesloten systemen een mix van HL7v3 en FHIR ondersteunen en elke leverancier zelf bepaalt wanneer naar FHIR ‘gewisseld’ wordt.

Bij al deze ontwikkelingen zal daarnaast het bestaande HL7v3 koppelvlak operationeel blijven en waar mogelijk zelfs verder ontwikkeld worden. Het LSP krijgt dus in 2020 een aanvullend FHIR koppelvlak en verbeterde integratie met MedMij, maar eerder gedane investeringen in V3 blijven functioneel.

Voor 2020 luidt dus het motto: “LSP on FHIR”, zodat zorgaanbieders en patiënten nog beter van gegevens zullen worden voorzien, met behoud van alle security en beheerfuncties die het LSP biedt.

Tom de Jong  (Productmanager Standaarden bij VZVZ)

Dit artikel is ook verschenen in HL7 Highlights Magazine #16

{phocadownload view=file|id=263|target=s}